woensdag 27 november 2013

Polderexpress in de Hoeksche Waard


Tijdens de Molendag was de Polderexpresss uitgenodigd om bezoekers langs de deelnemers in de Hoeksche Waard te rijden.. Eigenaar de heer Kooijman uit Mijnsheerenland is een echte liefhebber. Hij heeft de ruimte en vrije tijd om zijn karretje te onderhouden. 



Bram Roza Festival

Het jaarlijks terugkerend 10-daagse Bram Roza Festival op het Gors in Nieuw Beijerland had dit jaar als thema TOPPUNTEN OP HET GORS.
Poezie, literatuur en kunst komen tot uiting in de natuur. Maatje van Eck kunstenares combineerde dit jaar het thema met cultuurhistorie, nl. de Roza-punt.
Nederlanders zijn dol op puntjes sparen en plakken. In dit geval betreft het de Middenstand van Oud-Beijerland die in de tweede helft van de vorige eeuw onder bepaalde voorwaarden Roza-punten aan het winkelend publiek uitdeelde als er aankopen waren gedaan. 10 Roza-punten werden gewisseld voor 1 plakpunt en als een kaart hiermee was vol gespaard kon men deze inwisselen voor guldens. Dat deze actie de Middenstand geen windeieren heeft gelegd weet de heer Edel nog erg goed en Maatje van Eck zocht hem op voor haar kunstproject.
De heer Edel voormalig eigenaar van de boekwinkel op de Oostdijk heeft voor haar herinneringen hierover opgehaald en dit heeft Maatje via https://vimeo.com/74361288, vastgelegd. Hier valt te beluisteren hoe de middenstand de klant over de drempel wist te halen om inkopen te doen bij de deelnemers en te concluderen dat kleine beetjes tot grote inkomsten kunnen leiden.

Het Bram Roza Festival wordt jaarlijks in september gehouden en is een groot succes. Kinderen werken onder begeleiding van plaatselijke kunstenaars mee aan een project en ook bekende Nederlanders weten de weg naar Nieuw Beijerland te vinden.

maandag 18 november 2013

Bakkerijmuseum

Vroeger waren er in elk dorp heel veel bakkers met een eigen bakkerij en winkel. Zo ook in Maasdam aan de Hoeksedijk. Bakker Jan de Koning bakte brood net als zijn vader en grootvader. Officieel is hij er al een poosje mee gestopt, maar met de laatste molendag ging hij toch weer aan de slag. Zijn bakkerij is nu museum en wie een bezoekje aan hem brengt ruikt buiten al de heerlijke geur van brood en appeltaarten. 


Wat kost het een moeite en vlijt eer dat het graan van de akker als het brood van de bakker
door het keelgat glijdt.

Gelukkig was Jan ook verzamelaar van alles wat met de bakkerij te maken heeft en was het pand uit 1880 al twee keer uitgebreid.  Daarmee kon hij toen de winkel was verkocht, de voorraadkamer (bakkersschuur) voor de opslag van takken en houtkrullen om de oven te stoken, inrichten tot museum. Een foto van zijn ouders ontbreekt niet, maar ook die prachtige ouderwetse schoolplaten is wel even genieten. 


Wie het kleine museum een bezoekje brengt kan zich heel goed een beeld vormen hoe het er vroeger aan toe ging in een bakkerij. Je kan het zo gek niet bedenken of Jan heeft het wel tentoongesteld. Oude voorraadblikken voor bakkersproducten, snoeppotten en bakblikken. De opmerkzame kijker zal er ook herinneringen aan sigaren-en kruidenierswaren ontdekken. Dat komt omdat de bakkerswinkel vroeger ruim voorzienend was voor de buurt.


Jan kan zich het gebruik van de stenen oven nog herinneren. Deze werd met takkenbossen verwarmd en als de stenen begonnen te gloeien werd de as uit de oven geveegd en kon het brooddeeg erin. De dag begon zodoende al erg vroeg, want voordat de winkel openging moest het brood in de schappen liggen. 

Met ingang van 2014 gaat De Oude Bakkersschuur elke laatste zaterdag van de maand vanaf 08.00 uur 's morgens open. Jan bakt meergranenbollen, eierkoeken, speculaas en bolussen. Op aanvraag kunnen er kinderfeestjes worden georganiseerd waarbij ze zelf iets mogen bakken, maar ook groepen zijn welkom voor een rondleiding.
Het museum is te vinden aan de Hoekschedijk 3a te Maasdam. Tel. 078.6761403. En is de bakker telefonisch niet te bereiken zijn mailadres is; jandekoning1@hotmail.com

dinsdag 12 november 2013

De Verhalenkaravaan

Kortavonden is een Hoeksche-waerdse oitdrukking om aen te gèven dat men
’s avonds van ongeveer kwart ôver zèven tot kwart ôver negen bai elkaer op visite ging om nieuwties oit te wisselen, verhaalties te vertellen en spelleties te doen. Hiermee werden d’n lange donkere wintermaenden “korter” gemaekt. Bôvendien slaet “kort” op d’n duur van d’n visite. Glad nie te lang, want d’n volgende morgen moest men weer vroeg op om naer z’n werk te gean.
Van wanneer de oorspronkelijke kortavond dateert is niet precies bekend. Wel is zeker dat het begrip begin 1900 al zijn intrede deed. Om in de jaren vijftig onder invloed van radio en televisie weer te verdwijnen. Bij hen die van het eiland komen en er getogen zijn is het fenomeen nog wel bekend.

Marco Holmer



In Alcazar

In 2001 is het begrip Kortavond opnieuw geïntroduceerd door de toenmalige voorzitter van de Culturele Kring Eelse Bies elk jaar als project “verhalen vertellen in de huiskamer” voortgezet. Op enig moment is de naam 'Verhalenkaravaan' ontstaan. We trokken met een opgesierde caravan langs scholen.

Afscheid van voorzitter Eelse Bies met een zelfgemaakt thuisdiner door vertellers op 16 februari 2013.
Diny en Bert v.d. Linden uit Maasdam stelden hun huis beschikbaar.

We konden terugzien op een leuk verteljaar met workshop door Mia Verbeelen uit Antwerpen





Na een gezamenlijk optreden in Alcazar begonnen we welgemoed aan de huiskamer vertellingen. De samenstelling van de groep bestaat wel uit Hoekschewaarders, maar het vertellen in dialect wordt alleen maar door Marjolein v.d. Stouw gedaan.

450 jr. bestaan van Oud-Beijerland met historische vertellingen, maar ook op diverse scholen het thema van het jaar over gezond eten en snoep.


Els van Gemeren
We worden uitgenodigd bij de Historische Vereniging in Oud-Beijerland en stellen een boerengezin voor waarbij ons improvisatievermogen sterk op de proef wordt gesteld. Dit lukt bij de een beter dan bij de ander. We zijn wel een ervaring rijker. We worden erg veel uitgenodigd in verzorgingshuizen of op een plek waar ouderen bijeen komen. Reminiscentieverhalen worden erg op prijs gesteld. 

 



Cees van Gent             
 Tiny Buissing


Als we in de huiskamer worden uitgenodigd gaan we daar met twee of drie vertellers naar toe. Naderhand schrijven we een verslag zodat we allemaal kunnen genieten van elkaars belevenissen.
Deze zomer kregen we les van Hans van Woerkom en bezochten we Galerie Kralingen om Eric Borrias aan het werk te zien.                             

                                                                                                                    

Bel Tecla Bovenberg om een afspraak met ons te maken. 0186.621005








HOEKSCHEWAARDS LANDSCHAP NODIGT UIT!

Communiceren tijdens een evant noemde men heel vroeger 'Kortavonden'. Wanneer het werk gedaan was en de warme maaltijd binnen dan liep men (een km of wat) naar de buren om nieuwtjes uit te wisselen over familie, de oogst en de prijzen op de markt. Men ging vroeg slapen omdat de nieuwe dag altijd heel vroeg begon. 40 jaar geleden gingen we nog een avondje stappen tussen acht en twaalf uur. Naast het praatje kwamen daar een dansje en een drankje bij.

Jan .d. Wall is niet alleen verhalenverteller,
maar ook een uitstekend muzikant op de gitaar.
Hoekschewaards Landschap viert dit jaar feest vanwege haar 40-jarig bestaan. De Jubileumcommissie wilde ook een Hoeksche Waardse gewoonte inpassen in haar programmering en vroeg daarom leden van de Verhalenkaravaan voor een gezellig avondje Kortavonden in combinatie met muziek. Leden van de Verhalenkaravaan zijn dit jaar geschoold door de bekende verhalenverteller Hans van Woerkom. Hun verhalen zijn divers. Hoekschewaards Landschap nodigt iedereen uit te komen luisteren naar verhalen (of er misschien wel zelf een willen vertellen) tijdens een ouderwets gezellig avondje Kortavonden met een drankje. Op 8 november in het Nationaal Landschap Centrum met trio Jan van der Wall te Numansdorp en op 15 november in Natuurbezoekerscentrum Klein Profijt te Oud-Beijerland met accordeonist Koen van Kleef.
Inloop voor beide avonden vanaf 19.00 uur.
8 november; Nationaal Landschap Centrum, Veerweg 1c, Numansdorp
15 november; Natuurbezoekerscentrum Klein Profijt, Zalmpad 11, Oud-Beijerland. 
Bert v.d. Linden verteld over nesten rapen

vrijdag 8 november 2013

Molen De Swaen

Hoe het kan verkeren met molens is te ontdekken in de geschiedenis van deze dorpsmolen in Nieuw Beijerland. Reeds in 1595 stond er een korenmolen ter hoogte van de sluis, maar daar weten we niet veel meer van. In 1703 werd molen Windlust gebouwd die afbrandde en werd herbouwd in 1932. Eeuwenlang werd er graan gemalen door opeenvolgende molenaars tot 1958. Het mechanisch malen bleek van invloed op de molenbiotoop en de molen werd dan ook verkocht aan een makelaar die de molen liet opfrissen en de omgeving liet afrasteren. De molen zou als buitenverblijf gaan dienen voor de familie en werd aangesloten op de waterleiding, de elektriciteit en kreeg telefoonaansluiting binnen de muren. In 1963 kwam er een nieuwe eigenaar die een boot had en graag een vaste basis op de wal voor de zomervakantie en weekenden. Dat bracht opnieuw de nodige verbouwingen met zich mee. Op de buitenzijde werd de naam 'De Swaen' aangebracht.  Een deur van de drie deuren werd gesloten zodat een nis met boekenplanken kon worden gerealiseerd. Het buitenwerk kreeg in 1974 een grondige restauratie. De technische onderdelen van de molen werden als tuindecoratie gebruikt rond de molen. Inmiddels werd het een gastenverblijf voor huurders.

Er kwam een opklapbare

schrijftafel in en televisie. De eigenaar van de molen was mede verantwoordelijk voor het gebied om de molen t/m de kade langs de haven. Ook de nabij gelegen huizen en grond horen bij de molen.
Een nieuwe eigenaar trad aan in 1976. Deze familie verruilde een nieuwbouwwoning in de stad voor de landelijke molen. Als musicus en schilder geheel in lijn der verwachting. maar als liefhebber van wielrennen bleek de aanvraag voor de bouw van een schuurtje via Rijkswaterstraat, het Waterschap en Monumentenzorg geen doorgang te kunnen hebben. Wel mocht er verbetering aan ramen, deuren, badkamer en toilet worden aangebracht.
Eenmaal in het bezit van de huidige eigenaren per november 1987 werd besloten met de naastgelegen bewoners het hele gebied in stijl van de molen in te richten om de landschappelijke waarde te waarborgen. De molen werd gastenverblijf voor loges, maar niet nadat er eerst zowel binnen als buiten door een molenmaker grondig was gerestaureerd en een ingenieuze draaitrap naar de verdiepingen binnen was aangebracht. Oerhollandse gedichten werden op de witgepleisterde muren aangebracht. De bovenas en het bovenwiel van het binnenwerk van de molen zijn er nog zodat de molen nog kan malen. Sinds 1990 wordt incidenteel gemalen door vrijwilligers van de molenstichting. Aan de stand van de wieken is te zien dat de molen in de lange ruststand staat. De wieken staan in een hoek van 45 graden.



 Ook het achterliggende gors is nu eigendom, zodat een gebied van 5 ha naar eigen inzicht wordt beheerd en ingericht en regelmatig opengesteld wordt voor publiek. Oude segmenten werden teruggebracht, zoals een eiland in water als broedplek en vijver voor zwanen, een schaapskooi waar schapen in wintertijd veilig zijn, nog een gastenverblijf genaamd 'Hoge Huys', een met wilgentakken vormgegeven openluchttheater, diverse bruggetjes etc.

Sinds 1997 vindt het Bram Roza Festival 'Dichter bij de molen' hier plaats. Een week lang wordt het werk van kunstenaars naar een bepaald thema tentoongesteld en er worden gedichten voorgedragen. Bij het geheel worden schoolkinderen betrokken en de landschapsdichter van het jaar wordt gekozen.

maandag 4 november 2013

Windmolens II

Bij het oudste windmolen type dat we kennen de standerdmolen zitten alle werktuigen in de kast bovenop de standerd en is meestal een korenmolen. Ook molens kennen in hun lange bestaan ontwikkelingen in techniek. In 1450 ontstond de wipmolen, want men had uitgevonden hoe de beweging van de draaiende wieken kon worden overgebracht naar een vast punt om er werktuigen aan te kunnen koppelen, zoals bijvoorbeeld een scheprat. 




Omstreeks 1514 was er sprake van het bemalen van de polder Moerkerken te Mijnsheerenland met windmolens. In 1616 werd een van de molens vervangen door de huidige Oostmolen om samen met andere molens te zorgen dat het gebied bewoonbaar bleef.

De Oostmolen is de laatst overgebleven wipmolen in de Hoeksche Waard.

De spanwijdte van de wieken bedraagt 27 meter.






Tussen 1845 en 1880 werd in de ondertoren een molenaarswoning aangebracht. De molen werd in 1948 buiten bedrijf gesteld, maar heeft nog wel dienst gedaan tijdens de watersnoodramp van 1953. Tegenwoordig staat de molen te boek als reservegemaal. De molen is in het bezit van de Stichting Molens Binnenmaas De laatste grote renovatie heeft plaatsgevonden in 2011 en 2012. 
De molenaar is aanwezig als de wieken draaien en dan is iedereen welkom om eens binnen een kijkje te nemen. De authentieke woning is ingericht naar de leefstijl omstreeks 1900. Het houten mechanisme van de molen is prachtig om te zien. De 
molenaar vergelijkt het interieur met dat van een schip. Hij was eerst modelbouwer van schepen, later van molens. 









Korenmolen Goidschalxoord was het waard om behouden te blijven, maar dat heeft wel doorzettingsvermogen gekost. Sinds eind 2009 is zij weer in volle glorie te aanschouwen schuin tegenover dit natuurgebied, deelproject van het Vlietproject.




De geschiedenis begint voor 1718 toen een voor
ganger op de Sluisendijk bij gebrek aan windvang moest worden verplaatst  Het buurtschap lag in die tijd in de vrije Hoogheerlijkheid van de heer Goidschalk Oem. Een eeuw later werd de molen verkocht aan een familie die op gezette tijden een molenmaker liet komen om de molen te laten onderhouden. Zo werd de molen een van de best onderhouden in Nederland. Tot 1924 draaiden verschillende generaties op de molen. De daaropvolgende familie bleef tot 1953 malen en moest noodgedwongen door de concurrentie met moderne maalderijen de molen stopzetten. De familie verkocht de molen voor 1 euro aan de Stichting Molencomplex Goidschalxoord in 2007 onder voorwaarde dat er een bouwvergunning zou worden afgegeven voor een nieuw te bouwen woning. De molenaarswoning was in 2006 afgebroken.


De combinatie van de molen met het achterliggende motorhuis is uniek. Een stoommachine in het motorhuis zorgde ervoor dat via een ondergrondse riemaandrijving de molen ook kon worden bemalen bij windstil weer. Een houten stofzuiginstallatie vangt vrijkomend meelstof op om zoveel mogelijk productieverlies te voorkomen.


Door dijkverzwaring na de watersnoodramp kwam de molen dichter bij de weg te liggen en raakte door de stilstand in verval. Er werden pogingen ondernomen om hem gerestaureerd te krijgen, maar tevergeefs. In 1998 werd de molen om veiligheidsredenen onttakeld. In 2003 werd door de gemeente Binnenmaas geld beschikbaar gesteld om een stichting in het leven te roepen met als doel molen en bijbehorend motorhuis te restaureren. Dit is dankzij het winnen van de 'Bank Giro Loterij Restauratie' in 2007 gelukt. Commissie Hoeksche Waard, de Rabobank en de Dienst Landelijk Gebied plus de inzet van vele vrijwilligers maakten dat de molen haar wieken weer laat draaien en dat is tevens het teken dat de molen bezocht kan worden.





zaterdag 2 november 2013

Windmolens

De Hoeksche Waard is rijk aan windmolens. Als er een molendag wordt georganiseerd moet je dan ook keuzes maken, hoewel er steeds meer maalvaardige molens op zaterdagen zijn geopend, dankzij de enorme inzet van de (jonge) molenaars. Zij hangen dan de blauwe wimpel uit.
In kloostergeschriften van 1130 wordt melding gemaakt van windmolens in West Europa. Deze werden van hout gemaakt en waren aan weer en wind blootgesteld, meestal geen lang leven beschoren.
Door de stevige ondergrond en voldoende financiele draagkracht werden de poldermolens in de Hoeksche Waard meestal van steen gebouwd. Zij dienden voor natuurlijke lozing van overtollig polderwater. Daarnaast had elk dorp tot ver in de 20ste eeuw een of soms zelfs twee eigen korenmolens die lokaal geteeld graan maalden, zoals tarwe, gerst en haver. 
Als je in een dorp woonde bepaalde de landheer waar je je graan moest laten malen men noemde dit 'molendwang'. De landheer had dan het 'heerlijke recht'  van de wind zoals hij nog meer 'heerlijke rechten' genoot die na 1795 werden afgeschaft. In 1960 kwam de laatste Hoeksche Waardse korenmolen buiten bedrijf. 
Dankzij het feit dat verbrande molens weer werden opgebouwd en ernstig verwaarloosde molens werden gerestaureerd kunnen we vandaag de dag nog kennis nemen van deze cultuur.

Simonia

De eerste steen van korenmolen Simonia in Piershil werd gelegd door Adr. van der Wilt op 28 juli 1845. Een ronde bakstenen molen type grondzeller.


Hier stond voorheen een houten
molen.
het jaartal 1714 behorende bij de in
relief uitgehakte leeuw en griffioen
in de gevelsteen heeft betrekking
op het jaar van indijking van de achtergelegen westelijke polder door de toenmalige Ambachtsheer Jonkheer Gilles van Hesse en zijn echtgenote Cornelia de Crauwelaer.

De 31-jarige Kevin Strijker woonde met zijn ouders tegenover de molen. Als 5-jarige was hij al gek op de techniek van molens en treinen. Hij besloot daarom het molenaarsdiploma te behalen. Dit betekent 150 uur theoriestudie en 150 uur praktijkles op verschillende molens. Een goed gevulde hobby die hem eerst op de molen van Nieuw Beijerland deed belanden en nu in Piershil.  

De wieken worden regelmatig op de wind gezet, want de molen is maalvaardig. Op zaterdag geopend voor publiek wordt er meel verkocht.




De Hoop


De namen die aan molens worden gegeven worden ontleend aan iets of iemand. Zo heeft de naam van de korenmolen in Maasdam momenteel een dubbele betekenis gekregen. Hij heet nl. 'De Hoop' en is niet draai-of maalvaardig. Achter de schermen wordt gewerkt aan het verkrijgen van restauratiesubsidie. Dit is vaak vanwege papierwerk en diverse verantwoordelijke instanties een kwestie van heel veel geduld, terwijl de molenaar natuurlijk niets liever zou willen dan gewoon zijn werkje doen.
De molen is gebouwd in 1822 en verhoogd rond 1870. Om een windmolen optimaal te kunnen benutten moet de wind toegang krijgen tot de wieken. Molenaars moesten jaarlijks een som geld betalen voor 'windrecht'. Dit is vrije benutting van de wind. In ruil daarvoor werd de omgeving dan vrij gehouden van hoog opgaande bebouwing en bomen tot een afstand van 100 mtr. vanaf de molen. De molenbeschermingszone is werkzaam tot een afstand van 400 mtr. vanaf de molen. Soms was dit niet mogelijk en dan werd de molen omhoog gebracht; de stellingmolen.