zondag 1 maart 2015

Water en Beloften en Natuurherstel

De Haringvlietsluizen vormen met de Haringvlietdam een barrière tegen de zee van ruim 5 km als onderdeel van de Deltawerken. Een geruststellende gedachte die voor mens en natuur wel grote gevolgen met zich meebracht. Zo werd de waterkwaliteit op veel plekken onvoldoende, doordat fosfaat en stikstof van de landbouw in het water terechtkwam. Dit leidt jaarlijks tot een explosieve groei van blauwalgen met stankoverlast, vis- en vogelsterfte en zwemverboden als gevolg. In de zomerperiode is de behoefte aan schoon water voor landbouw en recreatie het grootst, en juist dan is dat niet beschikbaar. Schoon en gezond water is belangrijk voor mensen, maar ook voor planten en dieren. 
De sluizen sluiten het Haringvliet van de Noordzee af, waardoor het Haringvliet zoet is en weinig getij heeft. Een gevolg hiervan is dat vissen als zalm en zeeforel niet meer naar hun stroomopwaarts paaigebieden kunnen komen. Daarom werden er in 6 pijlers een soort vis sluisjes gebouwd. Dat bleek niet genoeg. In Europees verband zijn er afspraken om meer vis de kans te geven de rivieren op te zwemmen. 
Het water van 3 grote rivieren moet via het Haringvliet en de Nieuwe Waterweg naar zee worden afgevoerd. Op grond van voorspellingen vanuit Lobith wordt berekend hoeveel kubieke meter water door de schuiven moet, welke schuiven er open moeten en hoe ver. Een andere belangrijke functie van de Haringvlietsluizen is het reguleren van het waterniveau voor een vlotte en veilige doorgang voor de scheepvaart bij Moerdijk.
In de achterliggende periode zocht en vond Rijkswaterstaat mogelijkheden waarbij ruimte voor water en natuur hand in hand gaan. Het kierbesluit is hier een voorbeeld van. Open zetten van de sluizen als het kan en sluiten wanneer nodig voor de veiligheid. Zeewater kan dan in het zoetwatergebied stromen waardoor een natuurlijk overgangsgebied ontstaat van zout naar zoet water. De belofte van 2000 om de sluizen gedeeltelijk open te zetten werd alsmaar uitgesteld. Politieke druk van binnen-en buitenland leidde er zelfs toe in 2011 op het besluit terug te komen. Er was geen geld en er bleek geen alternatief voor het gedeeltelijk openen van de sluizen en men was bang voor verzilting..

Er werden ondertussen nevengeulen aangelegd en afgesneden rivierarmen weer aangehaakt waardoor al het water weer met de hoofdstroom meegaat. Zo ontstaan meer aaneengeschakelde gebieden met langzaam stromend water, belangrijk voor onder andere ‘stroom minnende’ vissen.


Door het verlagen van uiterwaarden kunnen deze nu regelmatig overstromen. Op die manier krijgt ‘natte natuur’ een kans en worden rietgebieden aangelegd. Dat is goed voor bepaalde planten en dieren en heeft een positief effect op de waterkwaliteit. In andere gebieden streeft Rijkswaterstaat naar bijvoorbeeld natte graslanden voor broedende weidevogels en doortrekkende en overwinterende watervogels.

Het oog viel ook op onze steile oevers waardoor de natuur weinig kans krijgt zich te ontwikkelen. Een natuurvriendelijke oever is een geleidelijke of natuurlijke overgang van land naar water waardoor er water-en oeverplanten kunnen groeien en dieren zoals de marter gemakkelijk van of naar het water kunnen komen.

Veel oevers zijn bekleed met stortsteen. We zien nu drijfbakken met kranen en grijpers op de rivier die het stortsteen vervangen door een voor-oever, een stenen dammetje wat kwetsbare oevers beschermd tegen golfslag van schepen. Tussen de oever en het dammetje ontstaat een nieuw leefgebied en een beschutte plek voor verschillende planten en dieren.
Inmiddels blijken problemen rond het kierbesluit te zijn opgelost en de regering heeft in 2014 een overeenkomst ondertekend waarin het Kierbesluit en de financiering worden geregeld. De totale kosten zullen waarschijnlijk 75 miljoen euro bedragen, waarvan al vele miljoenen zijn uitgegeven. Hoofdmoot zal in beslag worden genomen door de verplaatsing van de innamepunten voor zoet water en de aanleg van een zoetwaterleiding. Dit is door het opdringen van brak water in het Haringvliet noodzakelijk. Mede daardoor zullen de sluizen pas in 2018 gedeeltelijk open kunnen worden gezet.  Met het besluit, dat het Kierbesluit wordt genoemd, voldoet Nederland aan de internationale afspraken over vismigratie. 


Door dit Kierbesluit kunnen trekvissen als zalm en steur de riviermonding weer vinden om tussen de Rijn en de zee te migreren. Het zo lang afgesloten Haringvliet krijgt dan ook weer enigszins de overgangsdynamiek terug tussen zoet rivierwater en de zoute zee. De terugkeer van dat brakke water is hèt moment om de natuur het noodzakelijke zetje te geven. Door het unieke landschap van slikken, schorren en rietvelden te herstellen ontstaat een walhalla voor vissen, bruinvissen, dolfijnen en vogels, zoals lepelaars, dwergsterns, zilverreigers en vis- en zeearenden.














Project Natuurherstel Haringvliet gaat het getijde landschap in het Haringvliet herstellen. Op de grens van rivier en zee wordt een uniek natuurgebied en toeristische trekpleister ontwikkeld op initiatief van WNF, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Vogelbescherming en Sportvisserij Nederland en ARK Natuurontwikkeling. Zij zullen nauw samenwerken met de Provincie Zuid-Holland en de Gemeenten in de regio. De financiering van dit project wordt mogelijk gemaakt door een bijdrage van
€ 13,5 miljoen van de Postcode Loterij. 

Van toevalligheid en bijzonderheid

Als je hobby of interesse bij (cultuur)historie ligt dan bezoek je wat vaker musea en gaat er een wereld voor je open. Soms is het aanbod zo overweldigend dat je het nauwelijks kunt bevatten, maar een andere keer vind je de rust om de tekst van de bijschriften tot je te nemen. Dan blijken er in een deel van het Mauritshuis in Den Haag schilderijen te hangen van Philip doopnaam Philipus van Dijk. Drs. Geerte Boersma gaf hierover een lezing.
Deze schilder, tekenaar en kunsthandelaar werd geboren in Oud-Beijerland op 10 januari 1683 en gedoopt in de Dorpskerk. 
Nederland was een republiek en de gouden eeuw liep ten einde. Oud-Beijerland was ongeveer 300 huizen groot, was een hoogheerlijkheid met een ambachtsheer, schout en schepenen die in het Dorpshuis zetelden. Philip was de zoon van lakenverkoper Adriaan Jacobse van Dijk en Elisabeth Melssen van Wijngaarden. Op 13-jarige leeftijd ontving hij lessen in Amsterdam en later in Rotterdam bij Adriaen van der Werff.
In 1708 op 25-jarige leeftijd staat hij ingeschreven in het St. Lucasgilde te Middelburg. Geen gilde waar de allergrootste talenten stonden ingeschreven, maar evengoed erg belangrijk voor Middelburg als kunststad in de 17e en 18e eeuw waar ook veel decoratieve schilders uit Antwerpen zich aansloten.
In hetzelfde jaar trouwt hij in Rotterdam met Geertruyd van Beekhuijzen.
De verfijnde elegante portretten van Philip zijn erg gewild, maar hij is ook erg geinteresseerd in het verzamelen van kunstwerken. Dat legt hem geen windeieren.
Hij schrijft zich in 1718 bij de Haagse Confrerie-kamer Pictura een genootschap van kunstenaars en verwerft er faam als schilder en kunsthandelaar. Dit betekent de verzorging van kunstverzamelingen van diverse vooraanstaande families. Hierdoor wist hij de aandacht van landgraaf Willem VIII van Hessen-Kassel op zich te vestigen die een van de belangrijkste verzamelaars van 17e eeuwse Nederlandse kunst in Duitsland was. In 1725 werd hij zijn hofschilder en handelaar. In 1728 wordt een schilderij van hem verkocht voor fl, 175,--.
In die tijd schilderde hij ook een portret van de Friese stadhouder prins Willem Karel Hendrik Friso van Oranje Nassau en nog een dubbelportret met diens echtgenote Anna van Hannover. Na de dood van Willem III werd hij stadhouder Willem IV. Zijn collectie is te zien in Galerij Willem V in Den Haag.


In 1737 is Philip weer terug in Middelburg, hij maakt miniaturen, geeft les aan de Haagsche Tekenacademie en decoreerde interieurs en woningen. Typerend voor zijn schilderijen is de draperie in de rechterhoek welke bijna op al zijn werk is te zien. Na zijn overlijden in 1753 werden 165 schilderijen uit zijn collectie geveild. Het echtpaar had een adoptief zoon.
Van 1931-1945 stond een fragment van 'de luitspeelster' op een biljet van fl. 100,00. 
Anno 2015 moet Anton Pieck die vele historische pentekeningen in Oud-Beijerland heeft vervaardigd het afleggen tegen Philip van Dijk die er waarschijnlijk maar 13 jaar heeft gewoond, bij het geven van een straatnaam. In de schildersbuurt wordt een Remblandtplein en een Philip van Dijkhof gerealiseerd.