maandag 1 februari 2016

HET KANTONGEREGT TE OUD-BEIJERLAND..

Dat Oud-Beijerland een burgemeester heeft gehad die zijn dorp desnoods te vuur en te zwaard wenste te verdedigen blijkt wel uit de notulen van de gemeenteraad van 1853.



Uit de bijlagen der Staats-Courant is gebleken, dat de gemeenteraad van 's Gravendeel bij de Vergadering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft aangedrongen op het ineen smelten der kantongeregten Oud-Beijerland en 's Gravendeel met verzoek; den zetel van het kantongeregt te 's Gravendeel te vestigen, daarvoor redenen aanvoerende, die met de waarheid in strijd en nadeelig voor deze gemeente zijn.
Hij stelt voor een tegen-advies aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan te bieden;

De gemeenteraad van Oud-Beijerland stelt na het verzoek van 's Gravendeel 'er verpligting voor de adressanten is ontstaan, zich tot Uwe vergadering te wenden.
' Een 'pijnelijke' indruk omdat er een verkeerde voorstelling van zaken is met als doel uit plaatselijk eigen belang. 'Wij meenen niet dat de zetel van het kanton te 's Gravendeel, maar wel degelijk te Oud-Beijerland moet zijn.
'Er is gezegd dat 'Oud-Beijerland aan eenen uithoek van het eiland is gelegen en afgescheiden van alle gemeenschap. Men mag billijk zich verwonderen over de vermetelheid, om niet krachtiger woord te bezigen, waarmede dit wordt gesteld. 's Gravendeel juist ligt aan een uiterste en laatste punt, waar het overzetveer is, dat het Dordtsche eiland van het onze scheidt. Oud-Beijerland ligt veeleer in een middelpunt van omliggende plaatsen.'

Hierna schetst men een overzicht van afstanden in tijd met alle andere dorpen op het eiland. Het verschil met 's Gravendeel blijkt 15 uur te zijn.
'De aangehaalde cijfers doen overtuigend blijken, dat voor verre de meesten gemeenten en voor het grooter deel der bevolking Oud-Beijerland als kantonnale hoofdplaats behoort te worden aangewezen. 
Verder worden alle voordelen t.o.v. Oud-Beijerland aangedragen, zoals 'immers is hier eene stoomboot, varende op Rotterdam en Dordrecht, bovendien zijn er postwagens en is de gemeente toegankelijk van alle zijden. Een goeden waterweg, uitmuntende schulp- en grindwegen waar geen tollen worden geheven.
Met een ingezetene als advocaat als voorregt en ook een in Nieuw Beijerland is het gemakkelijk regtsgeleerden te vinden ook uit Rotterdam en Dordrecht door de stoomboot en daarom een vrijer en ruimer keus voor de ingezetenen. Voor de getuigen is de gelegenheid even gemakkelijk en onkostbaar.
Een behoorlijk lokaal bestaat al en beantwoordt volledig aan de behoefte. (In het Oude Raadhuis).

Nu nog de onderbouwing van dit relaas;
'De aanzienelijkste gemeente met eenen bebouwden kom, die het in sieraad wint van enkele kleine steden, tellende ca. 4000 zielen. 

Er is een dienstdoende schutterij, zij telt 2 predikanten en eene kerk voor de katholieken met een centrumfunctie en eene synagoge voor de Israeliten. Een zeer goed raadhuis en allergeschiktste vertrekken voor eene kantonnale regtbank. En er is een gevangenis.
Er is het kantoor van registratie alsook hoofdplaats voor de militie, ook inzake de rijks-belastingen en als hoofdkiesdistrict te regt. De algemeene markt van dit eiland waar alles heenvloeit zou vele honderden verloren gaan, men wil de nijverheid toch niet schaden. 
Men kan zich te regt verwonderen over de stoutheid van het verzoek van het gemeentebestuur te 's Gravendeel'.
Het zit niet mee voor 's Gravendeel omdat er weken voorbij gaan dat er geen regtsuitspraak nodig is. Ook hebben zij tegen dat de acten bestaan uit familieraden en dat 'de kantonregter uit hoofde van hoogen ouderdom zijn ontslag heeft gevraagd.'

Reden te over, Uwe vergadering te verzoeken 's Gravendeel Uwe instemming te weigeren en in het belang van de bevolking Oud-Beijerland als den zetel van het kantongeregt te handhaven'. 
De burgemeester Vogelsang, de secretaris Swank. 
In 1881 is het kantongeregt in de Steenenstraat gebouwd. Sinds 2006 is men aangewezen op Dordrecht en is het gebouw in gebruik voor andere doeleinden.

woensdag 18 november 2015

Dat is even schrikken!



Mijn prins heb ik al jaren geleden ontmoet. Het leven met hem is goed en we hebben mooie opvolgers gekregen. Maar nu hij de rozen tekort heeft gesnoeid en de vijver heeft verplaatst in onze tuin moet hij toch oppassen voor concurrentie, want wat me een paar weken geleden is overkomen.....

Na de vakantie moest er nodig worden gesnoeid in de tuin en hier en daar een uitgebloeid plantje in de bakken worden vervangen. Nietsvermoedend zette ik het groene plantenschepje in de aarde en gaf spontaan een gilletje toen een grote bruine kikker opsprong uit de aarde. 
De bruine kikker is een van de wijdst verbreide soorten in Europa en behoort tot de familie van de echte kikkers. Zelfs in Scandinavie is hij te vinden tot boven de poolcirkel en daarmee de meest noordelijk voorkomende amfibie.

Mijn prins had met de tuinslang een besproeiingssysteem bedacht en met de regenbuien erbij voldeed de plantenbak aan de woonwensen van de kikker; begroeiing en vochtige plekjes waar hij overdag kan schuilen. Hij ademt ook door zijn dunne huid die gemakkelijker zuurstof opneemt als deze vochtig is. Bossen, heidevelden, graslanden en duinen zijn dan ook favoriet.
Tijdens de voortplanting en de overwintering is hij aan water gebonden, maar leeft verder op het land. In bergbeken is hij een van de algemene soorten wegens zijn voorkeur voor wat koelere vochtige gebieden. Een bruine kikker is gedrongen met een grote kop en platte snuit. Zijn ogen staan aan de zijkant en op zijn rug zijn plooien, de huid is bruin gevlekt. De achterpoten zijn lang met tussen de 5 tenen zwemvliezen, de voorpoten hebben alleen 4 vingers. De mannetjes zijn kleiner dan de vrouwtjes en hun kleuren bestaan uit geel-en oranjebruine tot roodachtige exemplaren. De voortplanting begint in het voorjaar. Na het ontwaken klinkt het kwaken als een lokroep. De paringsdrang van de mannetjes is soms zo hevig dat de vrouwtjes op weg naar de sloot al een mannetje op hun rug dragen. Hij pakt haar met zijn voorpootjes stevig vast onder haar oksels. Het kan soms dagen duren voordat het vrouwtje haar eitjes afstaat en dan vindt de bevruchting plaats.
Ei-klompen worden op warme ondiepe plekken gelegd die aan de oppervlakte drijven. Wanneer de kikkervisjes 1,5 cm zijn gaan ze aan land en eten algen, watervlooien en muggenlarven, het volgende jaar zijn ze 5 cm. Na 2 tot 3 jaar zijn de bruine kikkers geslachtsrijp. Ze eten krekels, spinnen, slakken en allerlei insecten. Het scheppen van kikkerdril uit de vijver en verplaatsen naar de sloot heeft niet afdoende gewerkt, want bijna onder elke struik zitten kikkers. We geven de moed niet op. Heksen en prinsessen zijn hier niet, maar stel je voor dat de kikkers allemaal een kusje willen, dan hebben we straks echt een probleem!




zondag 1 maart 2015

Water en Beloften en Natuurherstel

De Haringvlietsluizen vormen met de Haringvlietdam een barrière tegen de zee van ruim 5 km als onderdeel van de Deltawerken. Een geruststellende gedachte die voor mens en natuur wel grote gevolgen met zich meebracht. Zo werd de waterkwaliteit op veel plekken onvoldoende, doordat fosfaat en stikstof van de landbouw in het water terechtkwam. Dit leidt jaarlijks tot een explosieve groei van blauwalgen met stankoverlast, vis- en vogelsterfte en zwemverboden als gevolg. In de zomerperiode is de behoefte aan schoon water voor landbouw en recreatie het grootst, en juist dan is dat niet beschikbaar. Schoon en gezond water is belangrijk voor mensen, maar ook voor planten en dieren. 
De sluizen sluiten het Haringvliet van de Noordzee af, waardoor het Haringvliet zoet is en weinig getij heeft. Een gevolg hiervan is dat vissen als zalm en zeeforel niet meer naar hun stroomopwaarts paaigebieden kunnen komen. Daarom werden er in 6 pijlers een soort vis sluisjes gebouwd. Dat bleek niet genoeg. In Europees verband zijn er afspraken om meer vis de kans te geven de rivieren op te zwemmen. 
Het water van 3 grote rivieren moet via het Haringvliet en de Nieuwe Waterweg naar zee worden afgevoerd. Op grond van voorspellingen vanuit Lobith wordt berekend hoeveel kubieke meter water door de schuiven moet, welke schuiven er open moeten en hoe ver. Een andere belangrijke functie van de Haringvlietsluizen is het reguleren van het waterniveau voor een vlotte en veilige doorgang voor de scheepvaart bij Moerdijk.
In de achterliggende periode zocht en vond Rijkswaterstaat mogelijkheden waarbij ruimte voor water en natuur hand in hand gaan. Het kierbesluit is hier een voorbeeld van. Open zetten van de sluizen als het kan en sluiten wanneer nodig voor de veiligheid. Zeewater kan dan in het zoetwatergebied stromen waardoor een natuurlijk overgangsgebied ontstaat van zout naar zoet water. De belofte van 2000 om de sluizen gedeeltelijk open te zetten werd alsmaar uitgesteld. Politieke druk van binnen-en buitenland leidde er zelfs toe in 2011 op het besluit terug te komen. Er was geen geld en er bleek geen alternatief voor het gedeeltelijk openen van de sluizen en men was bang voor verzilting..

Er werden ondertussen nevengeulen aangelegd en afgesneden rivierarmen weer aangehaakt waardoor al het water weer met de hoofdstroom meegaat. Zo ontstaan meer aaneengeschakelde gebieden met langzaam stromend water, belangrijk voor onder andere ‘stroom minnende’ vissen.


Door het verlagen van uiterwaarden kunnen deze nu regelmatig overstromen. Op die manier krijgt ‘natte natuur’ een kans en worden rietgebieden aangelegd. Dat is goed voor bepaalde planten en dieren en heeft een positief effect op de waterkwaliteit. In andere gebieden streeft Rijkswaterstaat naar bijvoorbeeld natte graslanden voor broedende weidevogels en doortrekkende en overwinterende watervogels.

Het oog viel ook op onze steile oevers waardoor de natuur weinig kans krijgt zich te ontwikkelen. Een natuurvriendelijke oever is een geleidelijke of natuurlijke overgang van land naar water waardoor er water-en oeverplanten kunnen groeien en dieren zoals de marter gemakkelijk van of naar het water kunnen komen.

Veel oevers zijn bekleed met stortsteen. We zien nu drijfbakken met kranen en grijpers op de rivier die het stortsteen vervangen door een voor-oever, een stenen dammetje wat kwetsbare oevers beschermd tegen golfslag van schepen. Tussen de oever en het dammetje ontstaat een nieuw leefgebied en een beschutte plek voor verschillende planten en dieren.
Inmiddels blijken problemen rond het kierbesluit te zijn opgelost en de regering heeft in 2014 een overeenkomst ondertekend waarin het Kierbesluit en de financiering worden geregeld. De totale kosten zullen waarschijnlijk 75 miljoen euro bedragen, waarvan al vele miljoenen zijn uitgegeven. Hoofdmoot zal in beslag worden genomen door de verplaatsing van de innamepunten voor zoet water en de aanleg van een zoetwaterleiding. Dit is door het opdringen van brak water in het Haringvliet noodzakelijk. Mede daardoor zullen de sluizen pas in 2018 gedeeltelijk open kunnen worden gezet.  Met het besluit, dat het Kierbesluit wordt genoemd, voldoet Nederland aan de internationale afspraken over vismigratie. 


Door dit Kierbesluit kunnen trekvissen als zalm en steur de riviermonding weer vinden om tussen de Rijn en de zee te migreren. Het zo lang afgesloten Haringvliet krijgt dan ook weer enigszins de overgangsdynamiek terug tussen zoet rivierwater en de zoute zee. De terugkeer van dat brakke water is hèt moment om de natuur het noodzakelijke zetje te geven. Door het unieke landschap van slikken, schorren en rietvelden te herstellen ontstaat een walhalla voor vissen, bruinvissen, dolfijnen en vogels, zoals lepelaars, dwergsterns, zilverreigers en vis- en zeearenden.














Project Natuurherstel Haringvliet gaat het getijde landschap in het Haringvliet herstellen. Op de grens van rivier en zee wordt een uniek natuurgebied en toeristische trekpleister ontwikkeld op initiatief van WNF, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Vogelbescherming en Sportvisserij Nederland en ARK Natuurontwikkeling. Zij zullen nauw samenwerken met de Provincie Zuid-Holland en de Gemeenten in de regio. De financiering van dit project wordt mogelijk gemaakt door een bijdrage van
€ 13,5 miljoen van de Postcode Loterij. 

Van toevalligheid en bijzonderheid

Als je hobby of interesse bij (cultuur)historie ligt dan bezoek je wat vaker musea en gaat er een wereld voor je open. Soms is het aanbod zo overweldigend dat je het nauwelijks kunt bevatten, maar een andere keer vind je de rust om de tekst van de bijschriften tot je te nemen. Dan blijken er in een deel van het Mauritshuis in Den Haag schilderijen te hangen van Philip doopnaam Philipus van Dijk. Drs. Geerte Boersma gaf hierover een lezing.
Deze schilder, tekenaar en kunsthandelaar werd geboren in Oud-Beijerland op 10 januari 1683 en gedoopt in de Dorpskerk. 
Nederland was een republiek en de gouden eeuw liep ten einde. Oud-Beijerland was ongeveer 300 huizen groot, was een hoogheerlijkheid met een ambachtsheer, schout en schepenen die in het Dorpshuis zetelden. Philip was de zoon van lakenverkoper Adriaan Jacobse van Dijk en Elisabeth Melssen van Wijngaarden. Op 13-jarige leeftijd ontving hij lessen in Amsterdam en later in Rotterdam bij Adriaen van der Werff.
In 1708 op 25-jarige leeftijd staat hij ingeschreven in het St. Lucasgilde te Middelburg. Geen gilde waar de allergrootste talenten stonden ingeschreven, maar evengoed erg belangrijk voor Middelburg als kunststad in de 17e en 18e eeuw waar ook veel decoratieve schilders uit Antwerpen zich aansloten.
In hetzelfde jaar trouwt hij in Rotterdam met Geertruyd van Beekhuijzen.
De verfijnde elegante portretten van Philip zijn erg gewild, maar hij is ook erg geinteresseerd in het verzamelen van kunstwerken. Dat legt hem geen windeieren.
Hij schrijft zich in 1718 bij de Haagse Confrerie-kamer Pictura een genootschap van kunstenaars en verwerft er faam als schilder en kunsthandelaar. Dit betekent de verzorging van kunstverzamelingen van diverse vooraanstaande families. Hierdoor wist hij de aandacht van landgraaf Willem VIII van Hessen-Kassel op zich te vestigen die een van de belangrijkste verzamelaars van 17e eeuwse Nederlandse kunst in Duitsland was. In 1725 werd hij zijn hofschilder en handelaar. In 1728 wordt een schilderij van hem verkocht voor fl, 175,--.
In die tijd schilderde hij ook een portret van de Friese stadhouder prins Willem Karel Hendrik Friso van Oranje Nassau en nog een dubbelportret met diens echtgenote Anna van Hannover. Na de dood van Willem III werd hij stadhouder Willem IV. Zijn collectie is te zien in Galerij Willem V in Den Haag.


In 1737 is Philip weer terug in Middelburg, hij maakt miniaturen, geeft les aan de Haagsche Tekenacademie en decoreerde interieurs en woningen. Typerend voor zijn schilderijen is de draperie in de rechterhoek welke bijna op al zijn werk is te zien. Na zijn overlijden in 1753 werden 165 schilderijen uit zijn collectie geveild. Het echtpaar had een adoptief zoon.
Van 1931-1945 stond een fragment van 'de luitspeelster' op een biljet van fl. 100,00. 
Anno 2015 moet Anton Pieck die vele historische pentekeningen in Oud-Beijerland heeft vervaardigd het afleggen tegen Philip van Dijk die er waarschijnlijk maar 13 jaar heeft gewoond, bij het geven van een straatnaam. In de schildersbuurt wordt een Remblandtplein en een Philip van Dijkhof gerealiseerd. 

dinsdag 10 februari 2015

De Haringvlietsluizen

In de 12e eeuw waren Voorne en Flakkee één eiland. De stormvloed van 1216 verwoestte de natuurlijke kust en zo ontstond het Haringvliet. Na de watersnoodramp van 1953 zijn in het kader van het Deltaplan de Haringvlietsluizen gebouwd in de monding van het Haringvliet aan de westzijde om het gevaarlijke hoge water van de zeekant tegen te houden. De sluizen reguleren het waterpeil voor een vlotte doorvaart van de schepen en het water van 3 grote rivieren wordt door de schuiven afgevoerd. Het Haringvliet ligt in Zuid-Holland tussen Voorne-Putten, de Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee. Het Spui verbindt het Haringvliet met de Oude Maas. In het Haringvliet ligt het natuurgebied Tiengemeten. Aan de oostzijde ligt de Haringvlietbrug.


De 1 km lange sluizen zijn gebouwd tussen 1956 en 1970 als onderdeel van de Haringvlietdam welke 4.5 km lang is. De dam verbindt de eilanden Goeree-Overflakkee (Stellendam) en Voorne-Putten (Hellevoetsluis) en is het 6e bouwwerk van de Deltawerken.
De scheepvaart maakt nu gebruik van een schutsluis bij Stellendam aan de zuidzijde van de kering om de Noordzee te bereiken. Rijkswaterstaat en de ANWB bieden met 'Beleef de Deltaroute' een leuk en interessant dagje uit rond de 13 Deltawerken in Zeeland, Brabant en Zuid-Holland. Stel zelf je eigen deltaroute samen, kies uit de talloze uitjes, attracties of evenementen en ervaar dat de Deltawerken er niet voor niets zijn: bescherming tegen hoogwater is en blijft van levensbelang.

Door de afsluiting is echter wel verandering ontstaan in de delta van de rivieren Rijn en Maas. Het Haringvliet is veranderd van brak water met eb en vloed in een zoete rivierarm zonder getij. Een zoet Haringvliet is gunstig voor de inname van water voor landbouw en drinkwater. De scheepvaart profiteert van het hogere waterpeil.
De natuur is door de afsluiting echter grondig veranderd


De afgelopen decennia zijn onze wateren vooral ingericht met het oog op scheepvaart en veiligheid. Voor de natuur was dit niet altijd gunstig. We hebben nu veel kanaalvormige rivieren met vrij steile oevers. Natuurlijke verbindingen tussen zoet en zout of met bijvoorbeeld oude rivierarmen zijn afgesneden. Ook de natuurlijke getijwerking is grotendeels verdwenen door de aanleg van verdedigingswerken tegen hoogwater. Hierdoor ontstaat er voor veel planten en dieren een gebrek aan natuurlijk leefgebied, dynamiek en rust- en verblijfplaatsen. 
Schoon water is belangrijk voor mensen, dieren en planten. De waterkwaliteit is op veel plekken onvoldoende. Rijkswaterstaat neemt maatregelen vanuit Kader Richtlijn Water (KWR).
In de provincies Zuid-Holland, Noord-Brabant en Zeeland zijn door het ministerie van Economische Zaken 7 Natura 2000-gebieden aangewezen. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Dat zijn gebieden met unieke natuurwaarden die we beheren en beschermen, zodat de natuurwaarden niet verslechteren. Het zijn; Hollands Diep, Haringvliet, Oude Maas, Grevelingen, Oosterschelde, Veerse Meer en Westerschelde & Saeftinghe.


 

woensdag 4 februari 2015

De Verhalenkaravaan trekt weer verder

de Verhalenkaravaan verzorgt in februari en maart weer Kortavonden:
2 vertellers komen bij u thuis verhalen vertellen

u zorgt voor de luisteraars en de koffie
wij voor de verhalen


opgeven en informatie:
Thecla Bovenberg tel. 0186.621005 na 19.00 uur.


We hebben voor 2015 de afspraak gemaakt dat we om de 5 / 6 weken bij elkaar komen, al naar gelang dit uitkomt, om verhalen te oefenen en ons te verbeteren. Nico heeft in de eerste avond (of misschien ook een volgende) een oefening, gaat als volgt:
Hij zoekt een verhaal van ongeveer 5 minuten. Alle vertellers gaan dit verhaal ‘eigen’ maken, ieder voor zich en ieder op een eigen manier. Dan komen we  bij elkaar en vertellen het verhaal. je zult zien en horen dat een verhaal diverse klanken, kleuren en interpretaties kan hebben. Heel leuk en heel leerzaam. Zo zullen meer oefeningen steeds ons verder brengen in onze kwaliteit van vertellen.

De dood van de Verteller

Lang geleden was Ierland nog een koninkrijk. Het was de tijd waarin mensen zuinig waren op het vuur in de haard. Het werd ’s avonds zorgvuldig afgedekt, en ’s morgens werd opnieuw leven geblazen in de nog nagloeiende kolen.

Slechts één keer per jaar gingen in heel Ierland alle vuren uit: De dag voor midzomernacht. Tegen vijf uur ’s middags werden alle vuren gedoofd, en op straffe des doods was het verboden om nog een vuur aan te maken. Eén nacht lang bleef het volledig donker in het hele land. Precies om middernacht stak de koning zelf het grote vreugdevuur bij het paleis aan. En van daaruit gingen de bodes met fakkels de nacht in, om in ieder huishouden de haard weer aan te steken. Zo warmde heel het land zich gedurende het jaar aan dat éne vreugdevuur.

Op een dag kwam de favoriete verhalenverteller van de koning thuis. Zijn lijf moe van de rit, zijn hoofd vol verhalen en beelden – hij wist nauwelijks hoe laat het was, laat staan welke dag het nou precies was. En omdat het een typisch Ierse zomer was, had hij het koud; érg koud. En dus stak hij, zonder daar verder ook maar bij na te denken, een lekker vuurtje aan in de kachel. En het duurde niet lang, of hij zat bij een knus rokende haard, met een kroes bier in zijn handen en zijn voeten bij de vlammen.
Plotseling werd er op de deur gebonsd, en voor de verteller goed en wel tijd had om op te staan vloog ‘ie al open. Op de stoep vijf koninklijke soldaten tot de tanden gewapend en met grimmige gezichten. Ze zeiden niets, maar pakten de verteller ruw beet en duwden hem in de gereed staande wagen. En het duurde niet lang, of hij stond voor de koning.
Deze keek met pijn in zijn ogen naar de verteller. “Wat heb je nou gedaan…” vroeg hij hem. De verteller keek verbijsterd naar de koning, liet zijn ogen vervolgens door de zaal dwalen, en toen hij daar de koude haard zat begon hem langzaam wat te dagen. “O mijn god…” zei hij zachtjes.
De wet is de wet, en ook de koning heeft zich daaraan te houden. Je laat me geen keus – ik moet je ter dood veroordelen… Het enige wat ik nog voor je kan doen, is je zelf te laten kiezen hóe je wilt sterven – want sterven moet je.”

De verteller dacht even na, en keek toen zijn vorst recht in de ogen. “In dat geval, majesteit, wil ik graag sterven van ouderdom…”
En zo geschiede, de verteller werd door de koning veroordeeld tot dood door ouderdom… En hij leefde nog vele jaren, en vele verhalen.



Heb je het al gehoord

Met een omroep in de media aan mensen om zich als gast(heer)vrouw op te geven, zodat leden van de Verhalenkaravaan de verhalen bij de mensen thuis kunnen vertellen in de maanden februari en maart hebben weer velen gehoor gegeven.

Maar laat ik eerst nog even van de succesvolle optredens in Alcazar vertellen.
De Verhalenkaravaan voortgekomen uit het Kortavonden bestaat 12,5 jaar. Jaren waarin Hoeksche Waardse luisteraars hebben kunnen genieten van de oudste, maar nog steeds springlevende vorm van vermaak; VERHALEN.
Het vertellen vond plaats in huiskamers, bij verenigingen, scholen, zorginstellingen en in Alcazar.

Zo'n jubileum moet gevierd worden. Daarom heeft de Verhalenkaravaan een feestelijk programma samengesteld in samenwerking met Alcazar Events in Puttershoek en met Muziekschool ToBe.
Het was ontzettend spannend of we de huiskamers een beetje vol kregen met publiek. We hadden gepland om met 3 personen in 3 huiskamers te vertellen en dat het publiek elke keer zou wisselen. De vertellingen werden met muziek afgewisseld door leden van ToBe. 
Na de opening door Thecla was het niemand minder dan Eelse Bies die even terug was om de aftrap te geven op het muziekplein en daarna gingen we los.
Thecla werkt op school en heeft daardoor heel veel te vertellen. Ze koos ervoor haar verhaal te omlijsten met harpmuziek. Het was een groot succes


Eelse hield het dicht bij huis met zijn verhaal over de kliko.
Het publiek (met zijn honderden) kreeg er zin in en wij ook, de kaartjes waren verkocht!




Marjolein leest normaal voor in
klederdracht in het Streekmuseum, maar bij ons verteld ze over verjaardagsfeestjes. Jan is ook gitarist in een band, geeft muziekles en zingt, maar zijn verhaal over Sinterklaas is onvergetelijk.                                                                

Anneke zoekt voor alle problemen een oplossing in haar daaglijks werk, maar ontspant zich door te vertellen van verhalen getoverd uit een boek of doos, maar heel soms zit er ook een levensverhaal bij.




Cees zoekt in de literatuur.
Gnomen zijn hem niet vreemd en
als hij zijn hoge hoed heeft meegebracht dan........







Tini heeft de zachte g meegebracht en verteld uit haar rijke Limburgse leven, want er is wel cultuurverschil maar haar verhalen zijn prachtig en heel herkenbaar. Ze is ook een geweldige kok. Haar liefde is al door vele magen gegaan.
De mooi blauwe jas is haar vertelkostuum.

Els ikzelf kiest voor Cultuur en historie. Daardoor ben ik na verloop van tijd Nationaal Landschapsgids geworden en VVVgids . Het verhalen vertellen kwam er nu alweer ruim 10 jaar geleden bij.

Bert is een naturel verteller en heeft de lachers op zijn hand. Als tuinder en ook tijdens zijn reizen ging het vertellen hem al vlot af. Hij eindigt zijn verhalen steevast met 'en het is echt gebeurt'.

Nico kent de bibliotheek van binnen en van buiten. Hij weet alles van wijn en is op weg een professioneel verhalenverteller te worden. Het is dan ook een genot om naar hem te luisteren, wanneer hij wereldverhalen tot leven brengt. 
 



Heel voldaan en geinspireerd voor nieuwe vertellingen sloten wij de avond af met een drankje.