dinsdag 13 maart 2012

Rundveefokkerij v.d. Wekken

Aan de Zuiddijk in Maasdam ligt de Rundveefokkerij van Cees en Miranda v.d. Wekken met 42 ha zeeklei grond. Dat is niet altijd zo geweest, want de vader van Cees had zijn gemengd bedrijf midden in het dorp Maasdam tot 1996. Het land was over 4 plaatsen verdeeld, dus dat was daaglijks een heen en weer gerij van en naar de boerderij met tractoren. De mestvaalt lag in de dijk, de boerderij lag 20 meter van de weg. Toen de landinrichtingsdienst in hun gebied aan het verkavelen was hebben zij vrijwillig ingeschreven en zo kwam de verhuizing van de Hoeksedijk naar de Zuiddijk tot stand. 
Nationaal Landschap Gidsen van HWL organiseerde op dit unieke bedrijf een excursie waar boer Cees verteld over zijn voorliefde; de (Red) Holstein Frisian. Dit is een koeienras die uit twee kleuren bestaat, zwartbont en roodbont. 
Tussen 1880 en 1900 kwamen Canadezen en Amerikanen naar Nederland om deze soort te verschepen en ze door te ontwikkelen. De koeien werden ronder en dikker, maar gaven minder melk dan in Nederland. Omdat er in 1950 hier een voedseloverschot kwam en er behoefte was de melkproductie te verhogen werden de Holsteiners weer door Nederland geimporteerd. Men ging zich vooral toeleggen op de melkproductie van de koe. Niet te veel vlees, maar een grotere buik door veel en goed voedsel en snoepjes als beloning bij veel
melkproductie.


De Zuiddijk ligt in de Sint Anthoniepolder die reeds in 1358 werd bedijkt. Samen met de binnenbedijkte Maas die in 1270 werd afgedamt, werd dit een mooi stukje Hoeksche Waard. Een polder die hoog genoeg bleek te liggen om droog te blijven tijdens de St. Elisabethsvloed van 1421. We vinden hier nog een molen en kerkje uit de 15e eeuw. De Keizersdijk was een zeedijk, het zuiden van de polder weiland, de rest akkerbouw gebied. Gras op zeeklei voor de koeien die in de zomer lekker in de wei lopen te grazen. In de winter staan zij in een zgn. vrijloopstal met houten roosters en ligboxen. De pinken aan de ene kant, de oudere koeien aan de andere kant. Ze zoeken daar allemaal zo hun eigen plekje en weten precies waar het tocht. Het mengvoer bestaat uit kuilgras gemengd met mais en komt van eigen bodem. Hiervoor wordt puur gras gezaaid met klaver. De mest wordt verantwoord gespreid op eigen bodem.
Moeder koe heeft na het kalven een afgeschermd hok om even tot rust te komen en de vaars- of stierkalfjes hebben ook hun eigen afdeling. Koeien zijn kuddedieren die hun eigen rangorde kennen. Zij hebben hoorns die binnen 2 maanden na de geboorte worden afgebrand voor hun veiligheid.
De kalfjes krijgen 3 maanden melk en daarna krachtvoer. Wanneer ze 15 maanden zijn worden ze KI geinsemineerd. De draagtijd is net zoals bij mensen 9 maanden. Kalveren kosten de boer dus 2 jaar geld voordat hij kan verdienen aan de opbrengst van melk of in een fokprogramma. De koeien van Cees worden gemiddeld ouder dan 5 jaar, terwijl dat in Nederland 4 jaar is en zij geven 8000 liter melk per jaar. Elke morgen en elke middag om 05.00 uur lopen ze naar de melkmachine om gemolken te worden. Die melk bevat 4,4% vet en 3,58% eiwit en is 37 graden.  Jaarlijks worden er ongeveer 18 kalveren geboren die na selectie al dan niet blijven. 10% van de koeien gaat naar de slachterij. Wanneer dieren zich onderscheiden gaan ze mee in een programma voor veeverbetering wat in Nederland bestaat om het vee op een hoger peil te brengen. Er wordt dan gekeken naar gezondheidskenmerken, productiekenmerken en de ouders. Het DNA van de koe wordt gelezen. Cees doet ook mee aan wedstrijden van dierenwelzijn. De koeien worden dan geborsteld, geschoren en gewassen en dat vinden ze heerlijk. Voor hem heeft het visuele meer waarde dan het dna profiel. Op een klein bedrijf is elke koe een individu. Alle koeien hebben een identificatienummer. Ook wordt een vast aantal namen gegeven waarmee gewoon wordt doorgenummerd, bijvoorbeeld Carla 109. 
Doordat Cees handelt in sperma ontmoet hij andere veefokkers zodat hij deze kan sturen een goeie fokkerij te houden. Nederland is een exportland. De melk wordt verwerkt tot poedervorm en geexporteerd naar oa. China. Drie tot vier maanden na het kalven is een koe weer tochtig en wordt weer drachtig gemaakt. De intensieve melkveehouderij brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee, maar staat niet voor niks qua melkproductie aan de top, nu de leeftijd nog.

vrijdag 9 maart 2012

Bezoekje aan de Alblasserwaard

In 1975 werd de boerderij van de familie Kuiper verplaatst van het dorp naar  ongeveer 3 km daarbuiten. Gebouwd op de hei (zo genoemd omdat de grond zo schraal was geworden) aan de Heideweg in Giessenburg bleek dit een ideale stek voor een Kaas-en Zuivelboerderij. 
Nieuwsgierig besloten wij eens een kijkje te gaan nemen. Vele bezoekers gingen ons al voor. Op de presentatiezolder, helemaal ingericht in boerenstijl is de ontvangst met koffie en ontbijtkoek. Hier wordt een introductiefilm gedraaid over het bedrijf nadat Jan iets verteld over de historie van de Alblasserwaard, de boerderij, de kaasmakerij van Thera en de zuivelwinkel. 
Er zijn 250 koeien en 150 stuks jong vee. Gasten worden rondgeleid door de eigenaar zelf en hij verteld honderduit over zijn geliefde bezigheid, het verzorgen van zijn dieren. In de zomer lopen ze buiten en in de winter hebben zij een ruime plaats in de grote stallen. Er zijn aparte optrekjes voor de pasgeboren kalfjes, waarvan de stieren vrij snel worden verkocht. Alle melk wordt op de boerderij verwerkt. Naast verschillende soorten boerenkaas, worden er  yoghurt, roomboter, kwark, karnemelk en ouderwetse papsoorten gemaakt. De kaas is een eigen receptuur van de vrouw des huizes. In de zuivelwinkel zijn deze producten te koop en natuurlijk namen we verschillende soorten kaas mee naar huis. In het bedrijf vinden 3 mannen en 3 vrouwen daaglijks werk. Ook 's nachts is men vaak op de been, want dan wordt menig kalfje geboren.
Er was nog tijd over om een bezoekje te brengen aan Museum de Koperen Knop in Hardinxveld-Giessendam. Dit streekmuseum in een 17e eeuwse boerderij bestaat uit een boerenhofstee met erf, tuin en bijgebouwen. Er is een permanente tentoonstelling en er zijn wisseltentoonstellingen.  

donderdag 1 maart 2012

Smit Klassiek

Al in 1750 was er in Oud-Beijerland een Smit die schepen bouwde en later een wagenmakerij had.













Jacques Smit was oorspronkelijk Carrosseriebouwer in Oud-Beijerland en leefde van 1940 tot 2010. Een blinde ondernemer die Smit Carrosserie groot maakte met uiteindelijk verplaatsbare hospitalen, MRI en CT mobiles. Hij verkocht in 2002 het bedrijf, maar behield een groot gedeelte van de fabriekshallen. Samen met echtgenote Jannie bedacht hij een geweldig plan. Zijn hobby was nl. verzamelen van klassieke automobielen, oude wagens, vrachtauto's en tweewielers in originele staat, maar ook had hij een gigantische collectie kleine modellen. Smit Klassiek werd opgericht zodat de voertuigen het decor vormen van het Congres-en Vergadercentrum. Ook dochter Andrea werd bij de plannen betrokken.
Met mijn hobby voor cultuurhistorie werd ik eens door Jacques uitgenodigd een kijkje te komen nemen. Hij sprak met passie over zijn liefhebberij voor oude auto's en het zoeken er naar of het restaureren. Dit resulteerde in een collectie personenauto's in de eerste 60 jaar van hun bestaan. Het oudste model is een Dureya van 1896. Achter elke deur in het gebouw gaat werkelijk een fantastische wereld open. De auto's moesten nl. in een passende omgeving worden neergezet en dat is heel goed gelukt. Zo krijg je zomaar het idee dat je midden in het dorp loopt op een braderie met oude auto's of je zit heerlijk op een terrasje in een winkelstraat met de kleine middenstand. Het is zo heel erg leuk, dat je er stil van wordt of als je met een groter gezelschap bent wordt het een feest van herkenning, omdat in alle winkeltjes nog originele artikelen zijn te vinden, van trekdrop tot houten blokken en fototoestellen, hoeden en petten etc. 


Je zou bijna vergeten dat door de verscheidenheid van hallen en zalen hier bedrijfsmeetings, recepties, trainingen en instructies met aanwezige faciliteiten, gehouden worden.
Er is een eigen restaurantkeuken waar de chef met verse ingredienten werkt.
De verzameling tweewielers staat in een decor van een oud station met bankjes op het perron op de verdieping. De loopfiets is een Draisine van begin 19e eeuw. Verder vinden we nog een vrachtautohal waar de brandweerwagens natuurlijk niet ontbreken en een romantisch plein ook alweer omringd door winkeltjes. 
Smit Klassiek is geopend voor doelgericht publiek die werkelijk allerhartelijkst worden ontvangen. Moeder en dochter met man en zelfs af en toe al met zoon zetten het bedrijf door in de geest van Jacques.